Vergelijk eiwitten en vetten voor je hond

Hoe koop je als baasje de juiste voeding voor je hond? Door het enorme gevarieerde aanbod lijkt het heel lastig, maar voedingsdeskundige voor honden en katten Lotte Botter geeft in deze blog wat tips om die de keuze eenvoudiger te maken.

Voedingexpert Nienke Oort & Lotte Botter
23-11-2016

Allereerst is het belangrijk om te weten of de hond gezond is. “In mijn praktijk krijg ik veel mensen die problemen hebben, zoals geen goede ontlasting, jeuk, niet willen eten, huidproblemen of een ruikende vacht. Dus bij hen moet eerst worden uitgesloten of de hond medisch iets mankeert”, begint Lotte.

Ruikende vacht

“Ervan uitgaande dat het dier gezond is, is het vervolgens belangrijk om te kijken wat de hond nu krijgt.” We nemen Lupa als voorbeeld. Lupa, kruising akita-boerenfox, iets kleiner dan een labrador. Ze is net één jaar oud. In eerste instantie kreeg zij de geperste brok merk A voor de actieve hond. Daar functioneerde ze uitstekend op (goede ontlasting, geen ruikende vacht of bek, geen allergische reacties), maar ze vond de brok niet zo heel lekker. Er moest altijd iets doorheen…

Op aanraden van een vriendin die zich ontzettend heeft verdiept in hondenvoeding is blind overgestapt op de geperste brok van merk B. Deze vindt ze wel heel lekker! De bak gaat dan ook elke keer in rap tempo leeg. En daarna blijft ze eigenlijk een beetje zeuren om meer; wat wordt uitgelegd als dat ze het gewoon heel lekker vindt, maar genoeg is genoeg. Ze krijgt tenslotte dezelfde hoeveelheid als van de merk A-brokken.

Voedingsbron

"Het klopt, dat ze minder verzadigd is van de brokken van merk B”, zegt Lotte. “De brokken van merk B hebben dezelfde hoeveelheid eiwitten (25%), maar minder vet: 10,5% tegen 17% van die van merk A. Vet levert veel kilocalorieën en dat is belangrijk voor een actieve hond. Daarom heeft ze meer brokken nodig van merk B.”

En daar is op zich niets mis mee, mits een kleine hoeveelheid extra volstaat. Anders zou een hond een teveel van de andere bestanddelen binnen kunnen krijgen, of een tekort bij het verminderen van de hoeveelheid brokken.

Lotte verduidelijkt dit met het voorbeeld van een andere hond. “Neem een border colli. Als die de leeftijd van acht jaar bereikt, stappen veel mensen over op een seniorenvoeding. Daar zitten minder vetten en eiwitten in, omdat ervan uitgegaan wordt dat een oudere hond minder actief zal zijn. Maar dat gaat voor een border colli vaak niet op; deze dieren blijven actief en zullen dus behoefte blijven houden aan een rijkere voeding.”
 
Het tegenovergestelde is ook een keer voorgekomen in de praktijk van Lotte. Een grote berner sennen die voer kreeg voor een heel actieve hond, maar op z’n berner sennens eigenlijk vooral rond sjokte. Het dier werd dikker en dikker dus voerde de baas hem minder en minder. Het resultaat was een hongerige hond met een doffe vacht, vanwege een vitaminetekort.”

Vergelijken

De eerste en eigenlijk belangrijkste tip die voedingsdeskundige Lotte dus geeft is: kijk naar wat de hond nu eet en als je overstapt naar een ander merk, vergelijk de ingrediënten en de analyse en pas daar de hoeveelheid voer op aan. “Het lijkt soms zo ingewikkeld, maar het is zo simpel. Als je hond altijd honger heeft, krijgt hij misschien te weinig ….binnen. Wordt hij dik, maar eet hij heel weinig? Dan is de voeding misschien te rijk. En dat geldt ook voor honden wiens vacht gaat ruiken, of die uit hun bek stinken. Vaak, en heus niet altijd want er kan een medische oorzaak aan ten grondslag liggen, zijn dit soort problemen te ondervangen met het afstemmen van het juiste voer voor de hond.”

Lupa krijgt in elk geval een handje meer tot de zak leeg is en dan gaan we weer op zoek naar een brok met een béétje meer vet ;-)